Dry Needling

dry needling

Wat is dry needling?

Dry needling is een behandelmethode waarbij de fysiotherapeut door middel van een speciale techniek je spieren aanprikt, zodat deze snel en langdurig ontspannen raken. Dry needling gebruikt een ‘droge’ (dry) acupunctuurnaald, er wordt dus geen vloeistof in de spier gespoten.

Dry needling: anders dan acupunctuur

Bij acupunctuur worden vaak oppervlakkig meerdere naalden in het lichaam gezet, die daar enige tijd blijven zitten en invloed hebben op de ‘energie’ in het lichaam. Bij dry needling gebruikt de fysiotherapeut meestal één naald, waarmee hij kortdurend de spier prikkelt. Hij prikt op specifieke punten, de zogenaamde ‘triggerpoints’. Het is dus geen ‘energiebehandeling’.

Triggerpoints

Triggerpoints zijn kleine verkrampingen die niet alleen pijn in de spier veroorzaken, maar ook in de nabij gelegen zenuwbanen en lichaamsdelen. Ze kunnen ontstaan door tal van oorzaken, waaronder stress, overbelasting, verwondingen, alcohol of gebruik van chemische stoffen. Het menselijke lichaam bouwt de triggerpoints dus willekeurig en onwillekeurig op. Dat wil zeggen dat ieder menselijk lichaam triggerpoints heeft, maar dat je daar niet altijd last van hoeft te hebben.

De fysiotherapeut zoekt naar deze plaatsten, omdat ze vaak de oorzaak kunnen zijn van je klachten.

Triggerpoints kunnen zich uiten in:

·         Pijn/stijfheid in een spier; pijn op ‘afstand’

·         Bewegingsbeperkingen in bijbehorende gewrichten

·         Verminderde kracht in de betrokken spier(en)

·         Pijnontwijkend gedrag: je gaat ‘anders’ bewegen

·         Tintelingen in arm/been, hoofdpijn, duizeligheid

Ontstaan van triggerpoints

Triggerpoints kunnen op verschillende manieren ontstaan:

·         Acuut, bijvoorbeeld door een verkeerde beweging of ongeluk

·         Chronisch: door een langdurig verkeerde houding

·         Langdurige overbelasting van bijvoorbeeld arm, schouder en/of nek bij computergebruik (RSI, CANS)

·         Overbelasting /blessures bij sporters

·         Beschadiging van weefsel zoals bij een meniscus-letsel of een hernia

·         Langdurige afwezigheid van beweging, bijvoorbeeld door gips

·         Psychologische factoren zoals stress en depressie

·         Voetafwijkingen of verschillen in beenlengte, bijvoorbeeld ontstaan na een botbreuk of operatie

·         Slaaptekort

·         Te strakke kleding of het verkeerd dragen van een rugzak